25.11.05

Tony, de digitale sportman

Tony, de digitale sportman zit in een dipje. Sinds zijn vriendin hem verlaten heeft is hij rusteloos, inhalig en onsportief.

Eergisteren zou hij boodschappen doen in warenhuis Carrefour, maar wat eenvoudig had moeten eindigen met de aanschaf van winterkousen, liep af op een massaspektakel en op net geen administratieve gevangenzetting.

Het was in de afdeling herentextiel, waar hij inlichtingen vroeg over de kousen die hem het meest bevielen.

“Mevrouw, hebt u deze ook in het donkerrood?”
“Als je ze niet vindt, dan zijn ze er niet.” wimpelde het wijf hem af.
“Maar mevrouw De Koster,” (hij las haar naam af van haar personeelsbadge),
“ik ben zinnens vijfenzeventig paar te kopen. Misschien hebt u er in voorraad?”
“Met de voorraad houd ik mij niet bezig.”
“Kan ik uw chef spreken?”
“Mijn chef? Waarom? Die weet ook niks van de voorraad.”
“Mevrouw, ik ben klant en wens correct bediend te worden.”
“Hoezo, klant? Je hebt nog niks gekocht. Ik zie niet eens een winkelkarretje. Waar wou je die kousen steken?”
“Die zou ik laten leveren.”
“Leveren, zozo! Meneer houdt er een riante levensstijl op na.”
“Welke levensstijl ik er op na houd gaat u geen snars aan. Ik wil uw chef spreken.”
“Geen probleem, ik zal mijn man roepen.”
“Uw man? Is uw chef ook uw man?”
“Ja, ben ik soms niet mooi genoeg?”
“Daar spreek ik mij niet over uit.”
“H-U-U-B-E-E-E-R-T,….”, brulde het loeder boven het geroezemoes van het winkelgebeuren uit, “H-U-U-B-E-E-E-R-T,….”

Nog voor ze een derde keer snerpen kon, kwam er een klein gerimpeld, onooglijk onbelangrijk uitziend kereltje aangehold,

“Wat is er schat?”
“Dit heerschap wil vijfenzeventig paar donkerrode kousen kopen en of we die in voorraad hebben.”
“Dat weten wij toch niet? Heb je hem dat niet gezegd?”
“Ja, en toen wilde hij jou spreken.”
“Mij spreken, maar schat, je weet toch dat ik dat niet kan, in mijn toestand.”

“Wat bedoelt u met uw toestand?” probeerde Tony in hun gesprek in te breken.

Zonder hem echter een blik waardig te gunnen bleef hij zich tot zijn vrouw richten.
“Zeg hem toch dat ik om medische redenen geen gesprekken met klanten kan voeren.”
“Maar, Hubert, is dat wel verstandig?”
“Toe nou schat, het kan écht geen kwaad. Meneer ziet er welopgevoed en zeer begrijpend uit.”

“Wel dan, kijk, het zit zo,” richtte de vrouw het woord tot Tony, “mijn man, dienstdoend zaakvoerder, staat onder psychiatrisch toezicht, vanwege compulsieve worstelneigingen met lastige klanten.”
“Compulsieve worstelneigingen?”
“Ja, grieks-romeinse stijl.”

En toen zag Tony zijn kans schoon!

“Hubert, als ik nu eens, GEHEEL VRIJWILLIG, met jou een partijtje worstel, ben jij dan bereid er voor te zorgen dat ik vijfenzeventig paar donkerrode winterkousen geleverd krijg?”

Deze vraag bracht Hubert overduidelijk in verwarring en, wat te verwachten was, de verleiding was hem uiteindelijk te groot.

“Hubert, denk aan je therapie!!!” probeerde zijn vrouw nog, maar dat mocht niet baten.

Met routineuze gebaren en veel kwieker dan je voor mogelijk houdt trok hij zijn stofjas en maatpak uit en nam hij, in het ornaat van een ware beroepsworstelaar, een alom bekende kamphouding aan.

“TOT DE DOOD !!!!!” stiet hij uit, met een stem die niks menselijk meer had.

Therapie of niet, Hubert was geen beroeps en kon de weergaloze reputatie van Tony de digitale sportman dus niet kennen. En Tony, die de kans schoon zag om de pers te halen om op die manier indruk te maken op zijn weggelopen vriendin was vastbesloten zijn eer als polyvalent en multi-disciplinair wereldkampioen met verve te verdedigen. Terwijl ook de kousen hem uiteraard interesseerden.

Laat ik u de gedetailleerde beschrijving van het gevecht besparen. De eerste drie ronden, professioneel gechronometreerd door mevrouw De Koster, werden door beide kampers eerder defensief opgevat. Kwestie van de mogelijkheden van hun tegenstander af te tasten. Hubert begreep snel dat Tony geen doorsnee klant was en Tony ondervond alras de gruwelijke, geheel verdierlijkte kracht van Hubert, maar hij begreep ook onmiddellijk dat die totaal geen kaas van techniek had gegeten.
De verkennende slagen en grepen leverden voor beide partijen slechts een paar kleine kneuzingen op. Een bloedend oor, een geschramd ooglid. Geen averij om over naar huis te schrijven.

Tony besloot dat het gevecht op die manier uren kon duren. Hubert was duidelijk geen normaal worstelaar, maar een waanzinnige. Iemand die zijn krachten putte uit de onpeilbare diepten van zijn geestelijke handicap. Was het epitheton therapeutisch worstelaar hier wel toepasselijk?

Om snel komaf te maken - met wat inmiddels een kijkspektakel was geworden voor het voltallig cliëntèle van de afdeling herentextiel en daarenboven stilaan de aandacht trok van de sector droge voeding - versnelde Tony het ritme van de strijd en begon hij zijn aangeboren techniek wat efficiënter, maar ook iets onsportiever, te gebruiken.

Het eerste wat brak was Hubert’s linkerscheenbeen, gevolgd door de Calvin Klein display van een man in een minuscuul onderbroekje, die de rake mep incasseerde waarmee Hubert tevergeefs lik op stuk wilde geven. Op die manier liet hij echter een gat vallen in zijn defensie: het gat waarvan Tony, glad als een aal, met digitale precisie gebruik maakte om een dodelijke, frontale kopstoot uit te delen. Hiermee verbrijzelde hij, ik vermoed met opzet, Hubert’s kaak en bleef de diensdoend zaakvoerder groggy op een hoop jeansbroeken liggen.

“Heb ik nu mijn kousen verdiend?”, wilde Tony weten.

Met een grimas van voldoening knikte Hubert van ja.

Inmiddels waren de winkeldetectives dan toch in actie gekomen, maar net toen zij met proportioneel geweld Tony te lijf konden gaan en hem administratief in hechtenis nemen, kwam mevrouw De Koster tussenbeide.

“Laat maar, het was een eerlijk gevecht,” snikte zij, “het is mijn schuld. Ik had beleefder moeten zijn.” Waarna zij, met de tederste gebaren die Tony ooit had gezien, haar man voor verzorging afvoerde.

“Wat een schat van een vrouw,” mompelde hij en verliet ontroerd de Carrefour.

1 opmerking:

Anoniem zei

Geachte,

Als stafmedewerker bij de warenhuizen Carrefour moet ik met klem protesteren tegen uw relaas over de zogenaamde Tony de digitale sportman.

Een dergelijk incident heeft zich nooit in een van onze sites voorgedaan en wij zullen ook nooit accepteren dat mentaal zieke werknemers in contact komen met onze klanten.

Met de nodige hoogachting,

V.d.S.