11.10.14

Een bocht van 180°



„Het begon voor u allemaal toen u Een bocht van 180° maakte, dacht ik?”
Een bocht van 180°,” stamelde Harm, kunstenaar van zijn tijd, perplex, wat de geruchten over dementie enigszins bevestigde.
„Ja Harm, wéét je dat niet meer,” viel Tilly, zijn vrouw die ook schildert of iets dergelijks, in. „Met dat volle en knoestige eikenhout! Maanden heb je daar aan gepolijst en nòg vond je dat die bocht niet representatief genoeg was om de zeden van het politiek bedrijf te parafraseren. Later is hij nog op de Grote Markt terechtgekomen en zijn er al die politici aan opgehangen, tijdens die spontane flashmob!”
„Och ja! Ik zie het weer voor me alsof het gisteren was. Ironisch hé, dat het net daaraan moest zijn,” leek Harm zich ineens toch nog iets te herinneren over het maatschappelijk nut van zijn iconisch werk.
„Wat er u toe bracht een reeks gouden galgen te vervaardigen!” wilde ik het interview weer focus geven, nadat Tilly ons koffie bracht.
„O die!” herinnerde zij zich meteen, „Die hebben wij toen meteen kunnen verkopen aan een of ander dictatoriaal regime waar het leger iets in kunst meende te zien.”
„Ja, wat zou daar toch van geworden zijn,” vroeg Harm zich luidop af, „Nooit meer wat van gehoord.”
„Die mensen hebben anders wel keurig betaald hoor,” wist Tilly nog.
„Ja, terwijl ik voor Een bocht van 180° eigenlijk nooit een cent zag,” preciseerde Harm, toch wel meer bij de pinken dan eerder leek „iets met de reglementen voor subsidies werd steeds maar gezegd."



Geen opmerkingen: