!

In antwoordende zin!


(Kort voorwoord)

Een jaar of twee geleden kocht ik haast achteloos, ergens in een boekhandel in een ver buitenland „The Interrogative Mood” van Padgett Powell. Het was de foto op de cover en het feit dat het boek van voor tot achter alleen maar uit vragen bestaat, die het hem deden. Ik koop vaak op die manier, intuïtief eigenlijk, boeken. Maar in tegenstelling met de meeste daarvan (die al snel ergens in huis rondslingeren) werd „The Interrogative Mood” een vaste metgezel. Het is niet dat ik "The Interrogative Mood" eenzelfde waarde toeken als de manier van vragen stellen van Augustinus, maar het zet wel aan het denken. Daarom sla ik het elke dag wel eens open en lees dan wat vragen en vraagjes, waardoor ik altijd weer iets nieuws ontdek of leer. Over mezelf of over kinderen leren fietsen. Toen het dan onlangs echt tot mij doordrong dat ik echt wel bezig ben met dit boek heb ik maar ineens besloten om alle vragen erin, in volgorde, zo eerlijk, juist, en openhartig als maar mogelijk is voor mij, te beantwoorden. De weerslag daarvan volgt hieronder, „hoofdstuk" per „hoofdstuk”, in tegenstelling met Facebook, waar ik elke dag probeer één vraag te beantwoorden.

Van „The Interrogative Mood” (b)lijkt op het ogenblik dat ik dit schrijf (nog) geen Nederlandse vertaling te bestaan, ik beantwoord dan de vragen ook zoals ik ze in het (Amerikaans) Engels lees en begrijp (rechtstreeks in het Nederlands). Alleen wanneer de context te Amerikaans is naar mijn zin, dan probeer ik het wel te 'vertalen' naar een Europees equivalent. Bijvoorbeeld vragen ivm honkballers „muteer" ik dan naar voetballers.


---------------------------------------------------



---------------------------------------------------


   Nee, zuiver op de graat ben ik niet! Jazeker, chirurgisch gesproken kan je heel wat met mij aanvangen. Aardappelen behandel ik inderdaad niet altijd met het nodige respect, soms besef ik niet eens dat ik er heb gegeten. Istanboel is ook een mooie naam voor een stad, toch? Of een paard een naam heeft of niet, daar sta ik nooit bij stil, maar het is wel zo dat ik mij in de buurt van eerder grote beesten niet echt op mijn gemak voel. Ik heb niet de gewoonte om aan kinderen te ruiken, maar de mijne, in ’t voorbijgaan, vind ik meestal toch wel heerlijk geuren. Zet een blinde vink voor mijn neus en ik zal hem beleefd opeten, het vleesgerecht natuurlijk, niet het visueel gehandicapt vogeltje. Zomaar op de stoep liggen slapen, dat zie je meer en meer. Maar voor mezelf had ik er eigenlijk nog niet aan gedacht. Misschien heb ik wel meer respect voor mijn ouders dan goed voor mij is, al kan ik dat niet steken op een overdreven katholieke opvoeding. Dit gelooft niemand, maar ik kan echt héél goed tegen mijn verlies, niettegenstaande het meermaals waar te nemen feit dat ik ook heel graag win. Misschien druk ik mij dus correcter uit wanneer ik zeg dat ik een ander zeker wel eens een overwinning gun maar dat het misschien ook juist daarom is dat ik de terreinen waarop ik wil excelleren zorgvuldig uitkies en mij minder gauw op de andere terreinen waag. Er wordt al wel eens aangebeld bij mij thuis, maar daarom hoor ik het nog niet altijd. Bij het uitspoelen van bijvoorbeeld een krop sla blijft er inderdaad vaak nog zand achter, zeker wanneer men het mij laat doen. Ik geloof niet dat iemand zoals een Mendeleyev bijvoorbeeld zich zou hebben geïnteresseerd in mijn persoontje, indien wij tijdgenoten waren geweest. 11! (Het aantal push-ups dat ik momenteel, zonder oefening en voorbereiding aankan zonder onpasselijk te worden), nu ja, 10! De laatste maak ik doorgaans maar half af.
   Het is maar te hopen dat ik nooit voor de haast onvoorstelbaar verscheurende keuze kom te staan, maar als ik ooit moet kiezen tussen de Bovenwindse of de Benedenwindse Eilanden, dan ga ik voor de Bovenwindse. Puur instinctief. Als ik helemaal eerlijk ben dan moet ik toegeven dat ik vrouwen die kauwgom kauwen en zich kleden in jurkjes met een panter- of luipaardpatroon onwillekeurig toch van laag allooi inschat. Dat is heel dom natuurlijk! Van mogelijke religieuze interpretaties op basis van de vorm van dierenhoeven heb ik totaal geen kaas gegeten, al kreeg ik ooit wel eens les in wat de barstjes in een schildpaddenschild kunnen betekenen. Als jazzmusicus zou ik beslist een nummer voor basklarinet componeren met de titel: 'Noodle for a Catfish.' Zeker voor kwaliteitsvolle badstof ben ik altijd bereid iets meer te betalen, ik hecht vrij veel belang aan het absorptievermogen. Ik eet zelden suiker, ik ben namelijk een Canderel-man, ook al omdat het wondermiddel Stevia mij is afgeraden. Alweer zo iets vreemds. Als ik runderen zie denk ik nooit aan biefstuk, maar bij paarden onmiddellijk aan paardenvlees, wat ik nochtans nooit eet. Veterloze schoenen beschouw ik instinctief als iets gemaakt voor mensen zonder smaak of stijl. Juwelen interesseren mij niet echt, maar ik betrap mij er toch op dat ik de laatste weken dikwijls naar voor mij onbetaalbare polshorloges sta te kijken. In het hoger middelbaar en zeker later aan de universiteit was ik erg geïnteresseerd in het Boeddhisme, meer specifiek in het Kleine Voertuig. Dat zou je nu natuurlijk niet meer zeggen. Het is al anderhalf jaar geleden dat ik nog eens hoofdpijn heb gehad, ja, één keer nog, een maand of twee geleden, maar dat was dan de nevenwerking van een medicijn.
   Er zal wel een heel pertinente reden voor zijn waarom buitenaardse wezens ons - aardlingen - niet komen helpen met onze moeilijkheden, maar, hoe stellen 'wij' ons dat eigenlijk voor? Als 'zuigeling', raar woord in deze context, kreeg ik nooit de borst want in die tijd stond het namelijk wetenschappelijk vast dat een juiste mix van melkpoeder en water, op een correcte en hygiënische manier opgewarmd, veel beter voor mijn ontwikkeling was. Het is dus in die zin dat ik mij ook heb ontwikkeld. Ik heb nog nooit naturisten zien sjoelbakken (het kwam zelfs nooit in mij op of zij dat deden, wel badmintonnen uiteraard). Het lijkt mij in elk geval veel minder heikel dan barbecuen. Als tennis voortaan op nog maar één soort ondergrond gespeeld zou mogen worden, laat het dan op een spiegel zijn. Sociaal economisch gesproken heb ik altijd oog voor het collectief belang. Dit lijkt mij ook nodig voor iemand die voor beschaafd wil doorgaan. Wanneer men mij vraagt om een vlag te ontwerpen voor een land (al verwacht ik niet dat dat ooit gebeurt, maar ik wil voorbereid zijn!) dan neem ik alle kleuren van de regenboog, elk in evenredige mate, in dezelfde volgorde en met precies dezelfde oppervlakte.
   Bomen die in volle vrijheid opgroeien hoort men niet te snoeien of in reservaten onder te brengen. Niet alleen trek ik haast dagelijks schoon ondergoed aan, het is eveneens zo dat ik er heel erg lang mee doe, vaak tot lang na de rek er uit is ook. Dansen doe ik vrijwel nooit en die ène keer dat ik het wel deed heb ik dan nog van horen zeggen. Nooit of nooit heb ik leeggoed of andere dingen voor statiegeld verzameld om in te ruilen voor een zakcentje. en godzijdank is dat nu ook niet meer nodig. Een keer of twee in mijn keven heb ik onopzettelijk een dier, waarbij één vogel, pijn gedaan, en in één van die gevallen denk ik dat het beestje daarna niet lang meer heeft geleefd. Zulke dingen zullen wel onvermijdelijk zijn zeker? Brrr… nee, ik kan mij niet voorstellen dat ik ooit aas eten zou. Al zullen er natuurlijk wel omstandigheden zijn.... maar die zal ik niet zelf creëren. Ik geef toch de voorkeur aan veren boven dons. Om geen misverstanden te hebben: ik ben een man (Tenzij u daar een nog striktere definitie van hebt.) Wanneer ik contanten aan iemand geef dan doe ik dat altijd in een neutrale, gesloten, maar niet dichtgelijmde enveloppe, en ik wacht ook altijd tot hij of zij de inhoud heeft nagekeken. Regelmatig, maar vooral in de winter natuurlijk, maak ik mij bezorgd of het water in de leidingen niet bevriest, want dàt zou - op de schaal van mijn leventje - een ramp zijn uiteraard. Met mijn gezondheid gaat het goed, maar beslist niet optimaal. Het is evenwel (en dat nog helemaal niet zo lang geleden) allemaal veel erger geweest. Ik kan bovendien ook zeggen dat er nog veel beterschap in het verschiet ligt. Eigenlijk ga ik steeds uit van een goede afloop in het leven, maar zeggen dat ik dat altijd verwacht is iets te sterk uitgedrukt. Met weinig van mijn zaakjes zit het echt helemaal snor. Als het allemaal opnieuw zou moeten na een nucleaire ramp of zo, dan ben ik zeker niet in staat de radio opnieuw uit te vinden vrees ik, maar een rudimentair systeem van telefonie zou wel lukken, dat geloof ik wel hoor. De tijden waarin vrouwen nog kousenbanden droegen heb ik niet bewust meer meegemaakt, maar uiteraard weet ik wel, van foto’s en illustraties hoe dat er uit zag, met van die knoopjes en franje soms ook. Met het vergelijken van sportmensen houd ik mij totaal niet bezig, en al helemaal niet wanneer zij in andere sporten en tijdperken actief waren. Ik ben nu oud genoeg om de diensten van een therapeut hoger in te schatten dan die van een automecanicien, maar over enkele jaren zal dat wel weer omgekeerd zijn.
   Om alvast één misverstand uit de weg te ruimen: ik ben meestal wel heel gelukkig hoor. Kijk, of andere mensen gelukkig zijn, dat is iets waar ik in het algemeen gesproken zelden bij stil sta, maar voor een heel beperkt aantal goede vrienden daarentegen sta ik daar misschien wel veel te veel bij stil. Er zijn zo van die dingen die ik telkens weer moet opzoeken omdat ik ze daarna ook weer snel vergeet: het verschil tussen mos en korstmos bijvoorbeeld, of technische gebruiksaanwijzingen van spiegelreflexcamera’s. Ik heb nog nooit sportieve dieren gezien, laat staan een sportieve rode vos. Passioneel als ik ben kan ik voor passionele misdaden wel enig begrip opbrengen, tot ik er dan even over langer over nadenk, want het zal best ook wel zo zijn dat iemand, 'gedreven door passie’ een moord tot in de puntjes voorbereid. Gelukkig hoef ik over dat soort dingen geen oordeel te vellen, laat staan daar dan een straf voor te bepalen. Desalniettemin hoop ik dat een rechter rekening houdt met het 'waarom' van een misdaad en het menselijke in het 'passionele' een ruime plaats geeft in zijn overwegingen. Dit gezegd zijnde hoop ik niet dat iemand nu gaat denken dat ik plannen heb. Met het ouder worden krijg ik naast andere inzichten ook meer aandacht voor het qua kleur - en ja zelfs de textuur van de stof- bij elkaar passen van de kleren die ik aandoe. Vooral met sokken is het niet altijd eenvoudig. Vaak merk ik dat ik er één binnenstebuiten aan heb. Sorry, misschien was ik wat in de war ove die kousen en textuur. U zou zich natuurlijk kunnen afvragen waarom ik het hier 'van uit de heup' over van alles en nog wat heb? Of u bent hier al zo veel gewoon dat u hier zelfs helemaal niet bij stil staat. Met ouder worden merk ik dat ik over veel meer, veel minder zeker wordt. Dat heel wat zaken veel minder vanzelfsprekend zijn dan ik vroeger dacht en/of mij is voorgespiegeld. Anderzijds zijn er dan ook weer tal van dingen waarvan ik meer en meer de waarde van ga inzien en zelfs bereid voor zou zijn te vechten, letterlijk. Eigenlijk vertrouw ik veelal op mijn intuitie, al valt daar wetenschappelijk of anderszins uiteraard een en ander over te zeggen. Maar omdat het doorgaans meevalt blijf ik het volhouden. Natuurlijk is het niet zo dat ik door mijn ervaringen ben gaan denken dat ik helderziend ben. Intuitie zou wel eens een moeilijk woord voor 'tegenwoordigheid van geest' kunnen zijn, bedacht ik gisteren nog. Ik zit nu werkelijk in zo'n ritme dat ik nog heel lang kan volhouden en ik ga er dus ook volop mee door. Echt helemaal voor mezelf alleen. Hulp is welkom, maar beslist niet onmisbaar.


.../...



Geen opmerkingen: